SEIZOEN 2023/2024 TWEEDE DIVISIE KRANT www.TweedeDivisieKrant.nl www.TweedeDivisieKrant.nl DE TUSSENSTAND | 17 46 Eredivisiewedstrijden, 128 wedstrijden in de Keuken Kampioen Divisie, acht jeugdinterlands, een promotie en een degradatie. Kortom: Robin van der Meer heeft genoeg ervaring. Dit seizoen is de 28-jarige verdediger voor het eerst te zien in de Tweede Divisie. Een bewuste keuze. “Plezier is mijn drijfveer, dat heb ik teruggevonden bij Rijnsburgse Boys.” ROBIN VAN DER MEER: “VOETBAL IS MIJN HOBBY, MAAR HET WERD STEEDS MEER EEN ‘MOETJE’” RIJNSBURG - Te vroeg gepiekt. Met die woorden beschrijft Robin van der Meer desgevraagd zijn carrière tot nu toe. De centrale verdediger doorliep de jeugdopleiding van ADO Den Haag, waarna hij voor Go Ahead Eagles, FC Utrecht, Excelsior Rotterdam en Helmond Sport uitkwam. “Ik heb mijn carrière een soort van verkeerd om beleefd. Ik ging in het begin als een raket. Alles ging goed, alles zat mee en alles ging vanzelf. In mijn eerste seizoen promoveerden we met Go Ahead Eagles naar de Eredivisie.” JONG EN ONGEDULDIG “Daarna maakte ik direct een stap naar FC Utrecht, dus ik ging eigenlijk van Keuken Kampioen Divisie-niveau naar de subtop van de Eredivisie.” Een grote stap, maar Van der Meer paste zich snel aan. “Ik werd aan het eind van de transferperiode pas gepresenteerd. Er waren al vier competitiewedstrijden gespeeld. Tijd om aan te passen was er eigenlijk niet, maar het ging me best goed af. Ik geloof dat ik in mijn eerste seizoen 24 wedstrijden heb gespeeld. En dat was tot maart. Dus ik speelde praktisch alles dat jaar.” Hij legt er zelf al de nadruk op: het eerste seizoen bij FC Utrecht duurde voor Van der Meer tot maart. In die maand liep hij namelijk een schouderblessure op, waarna hij nooit meer een vaste basisplek wist te veroveren in de Domstad. “In het seizoen erna was het stuivertje wisselen met Edson Braafheid. Ik was jong en ongeduldig, dus na twee seizoenen hield ik het voor gezien, terwijl ik voor vier jaar had getekend. Achteraf gezien was dat misschien niet zo’n goede keuze.” JONGENSDROOM De jonge en ongeduldige Van der Meer eiste een nieuw avontuur. En dat kwam er. “Ik vertrok naar Excelsior in de hoop daar meer minuten te maken.” Die hoop bleek vals, Van der Meer veroverde niet direct een basisplek, maar beleefde wel één van de mooiste momenten uit zijn carrière. “Het begin bij Excelsior was niet top. Ik kwam net terug van een liesblessure en mocht weer wat minuten maken. We speelden thuis tegen Feyenoord. Adrie (Poldervaart, red.) bracht me heel laat in. Echt in de negentigste minuut volgens mij. In de week ervoor speelde ik ook vijf minuten en gaf ik een assist. Dus ik zei: ‘nou, zal ik maar weer hetzelfde doen?’. Het stond 1-1 en Feyenoord deed er natuurlijk alles aan om te winnen, waardoor er overal gaten lagen. Ik stond linksbuiten. Daar heb ik weleens in de jeugd gestaan, maar wat ik nu moest doen: geen idee. Ineens chipt Mounir (El Hamdaoui, red.) de bal de zestien in, hij komt voor m’n voeten en zonder na te denken schiet ik de winnende binnen. Ik wist niet waar ik het zoeken moest op dat moment. Gekkenhuis. Ik ben vanaf mijn vierde Feyenoorder, dus ik had graag het shirt van Van Persie gekregen, maar die durfde ik naderhand niet meer te vragen, haha.” EEN ‘MOETJE’ Na drie jaar Excelsior Rotterdam vertrok Van der Meer naar Helmond Sport. Hij werd aanvoerder en speelde alles, maar verloor tegelijkertijd het plezier. “Ik trok het wereldje steeds minder goed. Ik werd vader en begon dingen op een andere manier te bekijken. Ik kon het op de een of andere manier niet serieus meer nemen. Als we bijvoorbeeld met Helmond tegen Den Bosch speelden, dan kon je mij niet wijsmaken dat dat een wedstrijd op leven of dood is. Ik wilde gewoon een balletje trappen. Plezier maken. Voetbal is mijn hobby, maar het werd steeds meer een ‘moetje’. Ik was niet doodziek na een verloren wedstrijd. Dan kwam je op de club en mocht je niet lachen of geen kaartje leggen. Dat ging er bij mij niet meer in. Dat was ik ontgroeid voor mijn gevoel.” UITGESPROKEN Het resulteerde in de keuze om te stoppen met professioneel voetballen. In december vorig jaar tekende Van der Meer, in het geheim, een contract voor volgend seizoen bij Rijnsburgse Boys. “Daar heb ik wel heel goed en lang over nagedacht, hoor. Er gebeurden dingen op de club waar ik met m’n hoofd niet bij kon. Zo gaf ik mijn mening over het besluit dat ik ineens gepasseerd werd en de aanvoerdersband verloor. Werd ik ineens vijf wedstrijden geschorst door de club. Na een gesprek werd die schorsing verminderd naar een wedstrijd. Het sloeg echt nergens op. Dat was voor mij het kantelpunt. Als ik niet eens meer mijn mening mag geven, dan heb ik hier niets te zoeken. Weet je wat het is: ze willen het liefst twintig schapen hebben die elkaar achterna lopen en blindelings doen wat er wordt gezegd. Ik was geen schaap. Ik beet niet op mijn tong. Dan word je direct bestempeld als ‘lastig’, terwijl ik zei waar het op stond. Je wordt als een klein kind behandeld. Eén ding weet ik zeker: ik ga nooit meer iets doen in die wereld. Mij zie je geen trainer worden of iets dergelijks. Ik kan er nog heel lang over doorpraten, maar daar heb ik ook geen zin in joh. Het is zoals het is. Ik heb nooit ergens spijt van gehad in mijn carrière en zoveel mooie dingen meegemaakt. Dat pakt niemand mij meer af.” NIEUWE CARRIÈRE Naar eigen zeggen was het dus een bewuste keuze om een niveautje lager te voetballen. Niet om af te bouwen, of omdat hij het niveau niet meer aankon, maar puur om de profvoetbalwereld achter zich te laten. “Ik heb denk ik wel duidelijk gemaakt dat ik op mentaal vlak de voetbalwereld niet meer aankon. Plezier werd voor mij de drijfveer. Dat heb ik teruggevonden bij Rijnsburgse Boys. Daarnaast koos ik voor mijn maatschappelijke carrière. Een tijdje geleden heb ik een assurantiekantoor opgezet samen met een maatje van me. Dat liep al best prima en nu kan ik daar veel meer tijd insteken. Ik vind het allemaal veel leuker zo. Rijnsburgse Boys is een mooie, gemoedelijke club die altijd in de top zes moet eindigen, vind ik. Daar gaan we dit seizoen natuurlijk weer voor.” (MB)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=